Hijsbanden - EKH - EKH Hijsbanden - EKH
Home » Hijsbanden

Hijsbanden

Op deze pagina vindt u de meest gestelde vragen met betrekking tot hijsbanden. Staat het antwoord dat u zoekt er niet bij? Neem dan contact met ons op. We helpen u graag verder.
wet-en-regelgeving-vraag-EKH

Vragen over hijsbanden

Hijsbanden en rondstroppen moeten aan de NEN-EN 1492-1 en NEN-EN 1492-2 voldoen. Het is verplicht om hijsbanden en rondstroppen te voorzien van een label. De kleur van het label staat voor het materiaal van de vezels die zijn gebruikt. 

  • Een groen label staat voor Polyamide; 
  • Een blauw label voor Polyester; 
  • Een bruin label voor Polypropyleen. 

Bovendien hebben hijsbanden zelf ook een kleur. Die staat voor de het tonnage dat ze kunnen tillen (de WLL). 

  • Paars staat voor 1 ton; 
  • Groen voor 2 ton;
  • Geel voor 3 ton;
  • Grijs voor 4 ton;
  • Rood voor 5 ton;
  • Bruin voor 6 ton; 
  • Blauw voor 8 ton;
  • En oranje voor 10 ton en hoger. 

Sommige fabrikanten geven d.m.v. zwarte draden die in de lengte van een hijsband worden meegeweven de WLL extra aan. Ter verduidelijking: één lijn staat voor één ton, twee lijnen voor twee ton, enzovoorts.

Toelichting: Wij zijn een in Nederland gevestigd aannemingsbedrijf dat op regelmatige basis werkzaamheden uitvoert in België. Wij gebruiken daar hijsmiddelen die in Nederland zijn gekeurd. In België moeten hijsmiddelen 3-maandelijks worden gekeurd door een zg. Externe Dienst voor Technische Controles (EDTC). Nu zegt de wet in België (mogelijk is dat ook Europese wetgeving) dat wanneer een in Nederland gekeurd hijsmiddel in België wordt gebruikt, de Nederlandse keuring in België gedurende 3 maanden geldig is, mits het hijsmiddel ook in Nederland door een EDTC- of gelijkwaardige instantie- is gekeurd. Onze hijsmiddelen worden gekeurd door een EKH-keurbedrijf en zijn voorzien van EKH-certificaten. Daarom aan u de vraag in hoeverre de keuringen die onder uw keurmerk worden uitgevoerd gelijk gesteld kunnen worden aan de keuring door een EDTC.

Antwoord EKH: Inderdaad mogen de EKH gekeurde hijsgereedschappen in België worden gebruikt. De termijn van 3 maanden is bekend en is een nationale (Belgische wettelijke) eis, vastgelegd in een Koninklijk Besluit. Daarin zijn tevens de EDTC’s vastgelegd die dit mogen uitvoeren. De hijsgereedschappen moeten in België dus na 3 maanden opnieuw worden gekeurd. Overigens is dat in België slechts een visuele beoordeling.

 

Inspectie van uw hijsbanden dient minimaal één keer per jaar te gebeuren. Bij veelvuldig gebruik van uw hijsbanden is het verstandig om inspectie vaker dan één keer per jaar uit te laten voeren. Waarschijnlijk kunt u dit zelf goed inschatten. Het is van belang dat u de inspectie laat uitvoeren door een deskundige, bijvoorbeeld een EKH-Keurmeester. Op de EKH website ziet u bij de ledenzoeker welke deskundige EKH-bedrijven er bij u in de buurt zijn. 

NB: Hijsbanden moeten voorafgaand aan ieder gebruik door de gebruiker geïnspecteerd worden, de zogenaamde gebruiksinspectie.

Toelichting: Sinds enige tijd mis ik op de labels van hijsbanden de veiligheids-gebruiksfactor: de verhouding tussen de werklast en breeklast bij beproeving op een trekbank. Factor 7:1 houdt in dat het meervoudig gebruikt kan worden; alles lager dan is eenmalig gebruik. Bij de door mij gegeven instructies kon ik makkelijk terugvallen op de vermelde gebruiksfactor. Wat is de reden van het niet meer vermelden van de gebruiksfactor? Hoe kan ik op een makkelijke manier aantoonbaar maken met welke veiligheidsfactor we te maken hebben? Wordt op de huidige eenmalige hijsbanden de gebruiksfactor nog wel vermeld?

Antwoord EKH: De norm EN 1492-1/2 is een geharmoniseerde norm, hetgeen betekent dat het product wat volgens die norm is gefabriceerd voldoet aan de minimale bepalingen van de EG Machinerichtlijn. Indien door de fabrikant, of namens hem, op de label van een hijsband de norm EN 1492-1/2 als fabricagenorm is vermeld, dan geldt dit als verklaring dat de band voldoet aan de eisen van de norm. Vermelding van de SF 7:1 is dan niet langer noodzakelijk omdat dit een norm-/machinerichtlijn eis is.

Hijsbanden en rondstroppen worden vaak in één adem genoemd. Dat komt omdat ze allebei worden gebruikt voor het hijsen van diverse materialen. Het verschil tussen een rondstrop en een hijsband is het feit dat een rondstrop ononderbroken (eindloos) is. In de meeste gevallen bestaan hijsbanden en rondstroppen uit kunststof. 

Toelichting: Het komt bij een onderaannemer met grote regelmaat voor dat het identificatielabel van de hijsband ontbreekt. Er is dan met stift een “uniek nummer” op de hijsband geschreven om het op die manier te linken aan hun interne systeem en tevens naar een certificaat. Zie onderstaande foto’s. Wij hebben aangegeven dat het ontbreken van het label een afkeur betreft, hierop hebben zij een externe partij (TÜV) om toelichting gevraagd.

Deze instantie geeft ons geen duidelijk antwoord. Enerzijds geven zij hun “goedkeuring” (geen volledige goedkeuring), anderzijds zou het ontbreken van zo’n label afkeur inhouden! Als een hijsband niet traceerbaar is aan het label, kun je “elk” nummer op de hijsband schrijven op basis van een eigen systeem van de aannemer. Wat is de invloed van de stift op de integriteit van de band… Het betreft hier een situatie bij een onderaannemer in België. We zouden graag een reactie ontvangen hoe we hiermee moeten omgaan. Is de manier van werken bij de onderaannemer conform (Belgische/Europese) wetgeving of mogen we dit niet accepteren?

Antwoord EKH: EKH is het niet eens met het antwoord van TÜV. Het op de band schrijven van het unieke nummer is te weinig bewijs dat het werkelijk de op het certificaat vermelde band betreft en is dus voor de keurmeester oncontroleerbaar! Bovendien is het schrijven op kunststof banden in vele gevallen gevaarlijk omdat er maar weinig permanente viltstiften bestaan die geen oplosmiddelen (weekmakers) bevatten die schadelijk zijn voor de vezels! Het standpunt van EKH moet in dezen blijven: “Afkeur indien bij de jaarlijkse inspectie het label ontbreekt”.Overigens als antwoord aan de klant geldt dit ook: “Als verantwoordelijke voor het ter beschikking stellen van geschikte arbeidsmiddelen, moeten geen onbekende risico’s worden genomen” (Arbowet, maar geldt ook de in Belgische wetgeving). Natuurlijk is door zorgvuldig en goed gebruik te voorkomen dat de labels verdwijnen of afscheuren. Ze zijn ook te beschermen (bijv. door vastnaaien op de band of met een hoesje). Dit kost wat extra geld en inspanning…

Een echt deskundig onafhankelijk instituut op dit gebied (hijsbanden) kennen wij niet (meer) in Nederland. De leverancier of fabrikant van de band kan echter vrijwel zeker uitsluitsel geven omtrent de oorzaak.

 

Toelichting: Wij gooien met enige regelmaat stroppen weg die veilig zijn om te gebruiken, maar waarvan het label ontbreekt. Volgens de wet voldoen we daarmee aan de eisen, maar milieutechnisch rijmt dit niet! De branche waarin wordt gewerkt is de metaalindustrie, waarin het meest kwetsbare van de strop (het label) het als eerste begeeft. Nu hangen er in de fabriek ook posters van de leverancier, waarop de voor de gebruiker meest belangrijke informatie staat, zie afbeelding hieronder.

Waarom dienen goede stroppen zonder label toch verwijderd te worden, ondanks de duidelijke informatie op de posters? Is het binnen het wettelijk kader verantwoord om de poster te gebruiken als het label ontbreekt? Is het afkeurcriterium voor de labels niet te zwaar?

Antwoord EKH: Wettelijk is inderdaad identificatie van een hijsmiddel verplicht.

EKH-bedrijven keuren bij de jaarlijkse inspectie daarom de niet van een label voorziene hijsbanden af. Dit is ongeacht de leeftijd van de band, want die is immers niet meer te achterhalen. Het kan dus voorkomen dat een nieuwe hijsband wordt afgekeurd, omdat het label is verwijderd. Hier is natuurlijk wat aan te doen, zoals:

  • Instructie geven aan het personeel om de labels niet te verwijderen en de hijsbanden zo te belasten dat het label niet in de knel komt (zodat het van de band scheurt);
  • De leverancier vragen het door de fabrikant aangebracht label te beschermen, met een hoesje. Dit maakt de band natuurlijk wel wat duurder. 
  • Het EKH-bedrijf te verzoeken, mits de band nog in goede staat is, van een nieuwe markering (los bandje voorzien van nummer om de hijsband), uiteraard voorzien van een nieuw certificaat. Voorwaarde is wel dat de fabrikant en de datum ingebruikname van de band bekend is. Het zal duidelijk zijn dat dit extra kosten met zich mee brengt.

Overigens kunnen afgekeurde hijsbanden worden verzameld, zodat het materiaal kan worden hergebruikt. Ook hierbij kan het EKH bedrijf helpen!

 

Witte banden zijn slecht beschermd tegen UV-straling, daarom moeten de vezels van hijsbanden gematteerd en gekleurd zijn. Zonder die bescherming die in NEN-EN 1492 (geharmoniseerde norm) is voorgeschreven zijn witte hijsbanden uitsluitend geschikt voor eenmalig gebruik.

Toelichting: Onderstaande certificaat hebben wij verkregen voor de staalkabel. Mijn vraag is moet er volgens de geldende wet en regelgeving ook een certificaat komen voor de afwerking van de kabeleinden? M.a.w. moet er een certificaat komen voor de, in dit geval, Supersplice afwerking van de kabeleinden ?

Antwoord EKH: Dit betreft, gezien de lengte en de afwerking van beide kabeleinden, duidelijk een staalkabelstrop. Op het afgebeelde deel van het Staalkabel Certificaat ontbreekt helaas de WLL. Deze WLL dient te worden berekend volgens de norm NEN-EN 13414-1. De verwijzing naar die norm ontbreekt op het afgebeelde certificaat deel. In de werklastberekening volgens genoemde norm hoort een breuklast reductie van 10% te worden toegepast voor geklemde eindverbindingen. De gebruiksfactor voor deze staalkabelstrop moet 5 zijn, t.o.v. deze gereduceerde breuklast, volgens genoemde norm. Er hoeft geen apart certificaat te worden gemaakt voor de eindverbindingen. Volgens genoemde norm garandeert de fabrikant van de strop dat het breeksterkte verlies minder is dan 10%.

 

Toelichting: Waaraan moeten deze hulpstukken voor gebruik in Nederland voldoen. Moet er een tekening van zijn en een sterkteberekening, een CE–verklaring, Certificaat van beproeving, jaarlijkse inspectie enzovoort

Antwoord EKH: Het gaat hier duidelijk, zoals de foto aangeeft, om hulpgereedschappen waarmee de matrijzen kunnen worden ge(ver)plaatst. Het zijn in principe dus hijsjukken/-traversen en deze moeten worden gekeurd volgens hoofdstuk 22 van de EKH Werkvoorschriften. Oogbouten die losneembaar zijn vallen onder kettingwerk en hiervoor geldt hoofdstuk 13. Zijn de oogbouten van materiaal C15, dan moet worden aangenomen dat zij verouderingsgevoelig zijn. Bij gebruik over een langere periode ontstaat dan de noodzaak om de sterkte te beoordelen (beproeving). Na deze beproeving zouden ze dan weer gegloeid moeten worden, wat een kostbare behandeling is. Per saldo is dan vervanging kostentechnisch een betere keuze. Wat deze constructie betreft, wellicht is het aan te bevelen de oogbouten te vervangen door vastgelaste hijsogen volgens hoofdstuk 27 van de Werkvoorschriften. De constructie behoeft dan in zijn geheel niet meer beproefd te worden (na de eerste éénmalige beproeving).

Toelichting: Ik heb een vraag over het zelf ontwerpen en produceren van een hijsmiddel. Wat zijn de eisen om een hijsmiddel gekeurd te krijgen. Zo is in de Machinerichtlijn artikel 4.1.2.3 gewijd aan de mechanische sterkte van hijs- en hefmiddelen. Moet dan een technisch constructiedossier gemaakt worden dat aangeboden wordt om het hijsmiddel gekeurd te krijgen? Daarnaast lees ik dat voldaan moet worden aan de Arbowet. Hieronder een schets van het beoogde hijsmiddel.

Het product wat gehesen wordt is grijs gemarkeerd.

Gehesen wordt met een bovenloopkraan met daaraan een hijsband met een haak die aan het oog bevestigd wordt. Het te hijsen product heeft een gewicht van ongeveer 700 kg, en wordt gehesen/verplaatst op een geringe hoogte van +/- 1,5 meter. Het gaat hier dus om een zelf te bouwen hijsmiddel dat speciaal gemaakt wordt voor zijn toepassing. Aan welke eisen moet dit speciale hijsmiddel voldoen?

Antwoord EKH: Wat een gevaarlijk stukje hijsgereedschap! Er is geen enkele beveiliging (grip t.o.v. de last) en geen enkele garantie dat de last horizontaal hangt of blijft hangen. Hierdoor kan de last onmiddellijk gaan (uit)schuiven als hij scheef komt te hangen.

Algemene voorwaarden voor het veilig hijsen van lasten zijn:

  • De last moet stabiel hangen
  • De last moet horizontaal hangen
  • De last mag niet bewegen
  • Er moet een goede grip zijn op de last (tussen hijsgereedschap en last)

Nu kan bijvoorbeeld het hijsmiddel worden bekleed met rubber/antislip materiaal om (meer) grip op de last te krijgen. En er kan voor worden gezorgd dat de last horizontaal hangt. Maar dat lost het probleem niet op!  Voor hijsklemmen, waarvan de veiligheid afhankelijk is van de wrijving, geldt het voorschrift dat deze altijd moeten zijn voorzien van een beveiliging die garandeert dat ook bij schokkende beweging de klemkracht blijft bestaan. Terecht wordt opgemerkt dat moet worden voldaan aan de Arbowet. Hierin staat in art.3: De werkgever moet een arbeidsomstandighedenbeleid voeren waarbij hij zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. Gevaren en risico’s moeten “zo dicht mogelijk bij de bron worden voorkomen”. Dit hijsgereedschap voldoet dus zeker niet aan die wet!

Hoewel de wetgeving over de exacte eisen aan hijsgereedschappen niet duidelijk is, geven de artikelen 7.3 en 7.4 van het Arbobesluit voldoende duidelijkheid waaraan arbeidsmiddelen moeten voldoen. Het meest expliciet is de Machinerichtlijn, zie hiervoor onder meer in bijlage 1 de art. 4.1.2.5 en 4.1.2.6. Volgens dezelfde Machinerichtlijn in bijlage 1, art. 4.1.3 moet de fabrikant beproevingen laten uitvoeren. Hij moet na goedkeuring ook een fabrikantenverklaring afgeven en een CE-markering aanbrengen. EKH raadt dus aan een veiliger oplossing voor dit hijsprobleem te kiezen!

Toelichting: Bij onze opleiding tot keurmeester is ons altijd verteld dat een roundsling altijd soft moet aanvoelen en dat er geen harde plekken of andere dingen aanwezig mogen zijn, behalve het punt waar het begin en het eind tezamen komen. Dit is normaal de plek waar ook de buitenmantel aan elkaar is vastgenaaid. Wij hebben ontdekt na het opensnijden van de roundslings, dat er op meerdere plekken plakband/knopen binnen in de slings aanwezig zijn. Ook hebben wij in opengemaakte banden aangetroffen dat de fabrikant het hele gebied waar de verbinding van de uiteinden zit met duct tape omwikkelt. Dit is voor ons nieuw en we zouden graag meer hierover willen weten, zodat we zeker kunnen zijn dat wij ons werk goed doen. Graag zouden wij hier uw mening/richtlijn hierover willen ontvangen.

Antwoord EKH: Wat de keurmeesters hebben gedaan is precies zoals het wordt geleerd, dus goed! Het is goed de eindloze banden af te voelen bij de inspectie en te weten wat je kunt tegenkomen! Het vastplakken van de strengeinden is toegestaan, sommige fabrikanten knopen deze eind(jes) aan elkaar, dat mag ook. Niet alle fabrikanten beperken zich tot een enkel tape-je” om de uiteinden van de rond gesponnen vezelstrengen aan elkaar te verbinden. De opengemaakte banden geven aan dat deze fabrikant het hele gebied waar die verbinding van de uiteinden zit met tape omwikkelt. Dit is toegestaan mits dat in de buurt van de stiklas van de hoes is gedaan, want dan geeft dat geen problemen. In die stiklas zit namelijk ook het label vast en dat mag nooit worden belast! Het wordt natuurlijk pas echt verwarrend als zo’n omwikkeling op andere plaatsen voorkomt.