Veiligheidseisen & -factoren - EKH - EKH Veiligheidseisen & -factoren - EKH
Home » Veiligheidseisen & -factoren

Veiligheidseisen & -factoren

Op deze pagina vindt u de meest gestelde vragen met betrekking tot veiligheidseisen & -factoren. Staat het antwoord dat u zoekt er niet bij? Neem dan contact met ons op. We helpen u graag verder.
wet-en-regelgeving-vraag-EKH

Veelgestelde vragen over veiligheidseisen & -factoren

Een bevestigingsbeugel is een hulpmiddel voor het vastzetten van wand- en plafondprofielen. Deze worden grootschalig geproduceerd door veel verschillende bedrijven, maar kunnen ook zelf gefabriceerd worden. 

Bevestigingsbeugels bestaan in alle soorten en maten, maar voor alle bevestigingsbeugels gelden min of meer dezelfde eisen. 

Het is, mede vanwege de veiligheid, erg belangrijk dat rekening gehouden wordt met alle veiligheidsfactoren die horen bij bevestigingsbeugels. Ook als deze maar kleinschalig geproduceerd worden.

De veiligheidseisen/-factoren die horen bij bevestigingsbeugels zijn als volgt:

  • De maximaal optredende materiaalspanning mag niet hoger zijn dan 50% van de 0,2 vloeigrens van het materiaal. Je komt dan uit op een factor 3,5 tot 4, wat ongeveer gelijk is aan de gebruiksfactor voor kettingwerk;
  • Voor one-way toepassingen mag de materiaalspanning niet hoger zijn dan 60% van de 0,2 vloeigrens.

Aan bevestigingsbeugels zitten ook vaak hijsogen, die eenmalig of maximaal twee keer worden gebruikt. Het is hierbij niet nodig om elk oog te beproeven. Wel raadt EKH het aan om 1 op de 100 ogen te beproeven na het lassen. Vergeet hierbij niet dat zelfgemaakte hijsgereedschappen/-constructies vóór gebruik moeten worden beproefd én gecertificeerd.

Veiligheidsfactoren laten controleren door een EKH-bedrijf

U kunt de veiligheidsfactoren van uw bevestigingsbeugel of ander zelf gefabriceerd materiaal laten keuren door een van onze leden. Bekijk hiervoor onze ledenpagina en neem contact met een van de bedrijven bij u in de buurt. 

Heeft u verder vragen omtrent dit onderwerp of wilt u aanvullende informatie? Neem dan contact op met EKH via ons contactformulier of bel naar: 030 - 605 33 44.

Toelichting: Sinds enige tijd mis ik op de labels van hijsbanden de veiligheids-gebruiksfactor: de verhouding tussen de werklast en breeklast bij beproeving op een trekbank. Factor 7:1 houdt in dat het meervoudig gebruikt kan worden; alles lager dan is eenmalig gebruik. Bij de door mij gegeven instructies kon ik makkelijk terugvallen op de vermelde gebruiksfactor. Wat is de reden van het niet meer vermelden van de gebruiksfactor? Hoe kan ik op een makkelijke manier aantoonbaar maken met welke veiligheidsfactor we te maken hebben? Wordt op de huidige eenmalige hijsbanden de gebruiksfactor nog wel vermeld?

Antwoord EKH: De norm EN 1492-1/2 is een geharmoniseerde norm, hetgeen betekent dat het product wat volgens die norm is gefabriceerd voldoet aan de minimale bepalingen van de EG Machinerichtlijn. Indien door de fabrikant, of namens hem, op de label van een hijsband de norm EN 1492-1/2 als fabricagenorm is vermeld, dan geldt dit als verklaring dat de band voldoet aan de eisen van de norm. Vermelding van de SF 7:1 is dan niet langer noodzakelijk omdat dit een norm-/machinerichtlijn eis is.

De trekbank moet zo ingericht worden de trekkracht en de onderlinge afstand van de inspankoppen tijdens de beproeving kunnen worden vergroot. Dit dient geleidelijk en gelijkmatig mogelijk te zijn. De trekbank moet ook zo ingericht zijn dat de beproeving horizontaal of verticaal kunnen worden uitgevoerd. 

Daarnaast moet de belasting tijdens de beproeving kunnen worden afgelezen. Dat geldt ook voor de hoogst bereikte belasting. 

Verder is het verplicht dat de vereiste proefbelasting 10 seconden kan worden vastgehouden. Breekt het proefstuk, dan moet u ervoor gezorgd hebben dat personen niet geraakt kunnen worden door wegspringende delen. Tot slot, dienen alle eisen te zijn opgevolgd voor het veilig gebruik van de trekbank die in de Arbowet zijn opgenomen.

Ook dient de trekbank te beschikken over een certificaat van kalibratie dat alleen door een Nederlandse Kalibratie Organisatie erkende instelling kan worden afgegeven. Kalibratie dient één keer per twee jaar te worden uitgevoerd door een dergelijke instelling.

Een trekbank moet voldoen aan deze eisen en is in de meeste gevallen speciaal hiervoor ontwikkeld.

Voor de volledigheid verwijzen wij u graag door naar ons EKH Digitale Handboek Deel 1, hoofdstuk 6.1 “Statisch beproeven”.

Toelichting: Ik heb een vraag over het zelf ontwerpen en produceren van een hijsmiddel. Wat zijn de eisen om een hijsmiddel gekeurd te krijgen. Zo is in de Machinerichtlijn artikel 4.1.2.3 gewijd aan de mechanische sterkte van hijs- en hefmiddelen. Moet dan een technisch constructiedossier gemaakt worden dat aangeboden wordt om het hijsmiddel gekeurd te krijgen? Daarnaast lees ik dat voldaan moet worden aan de Arbowet. Hieronder een schets van het beoogde hijsmiddel.

Het product wat gehesen wordt is grijs gemarkeerd.

Gehesen wordt met een bovenloopkraan met daaraan een hijsband met een haak die aan het oog bevestigd wordt. Het te hijsen product heeft een gewicht van ongeveer 700 kg, en wordt gehesen/verplaatst op een geringe hoogte van +/- 1,5 meter. Het gaat hier dus om een zelf te bouwen hijsmiddel dat speciaal gemaakt wordt voor zijn toepassing. Aan welke eisen moet dit speciale hijsmiddel voldoen?

Antwoord EKH: Wat een gevaarlijk stukje hijsgereedschap! Er is geen enkele beveiliging (grip t.o.v. de last) en geen enkele garantie dat de last horizontaal hangt of blijft hangen. Hierdoor kan de last onmiddellijk gaan (uit)schuiven als hij scheef komt te hangen.

Algemene voorwaarden voor het veilig hijsen van lasten zijn:

  • De last moet stabiel hangen
  • De last moet horizontaal hangen
  • De last mag niet bewegen
  • Er moet een goede grip zijn op de last (tussen hijsgereedschap en last)

Nu kan bijvoorbeeld het hijsmiddel worden bekleed met rubber/antislip materiaal om (meer) grip op de last te krijgen. En er kan voor worden gezorgd dat de last horizontaal hangt. Maar dat lost het probleem niet op!  Voor hijsklemmen, waarvan de veiligheid afhankelijk is van de wrijving, geldt het voorschrift dat deze altijd moeten zijn voorzien van een beveiliging die garandeert dat ook bij schokkende beweging de klemkracht blijft bestaan. Terecht wordt opgemerkt dat moet worden voldaan aan de Arbowet. Hierin staat in art.3: De werkgever moet een arbeidsomstandighedenbeleid voeren waarbij hij zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers. Gevaren en risico’s moeten “zo dicht mogelijk bij de bron worden voorkomen”. Dit hijsgereedschap voldoet dus zeker niet aan die wet!

Hoewel de wetgeving over de exacte eisen aan hijsgereedschappen niet duidelijk is, geven de artikelen 7.3 en 7.4 van het Arbobesluit voldoende duidelijkheid waaraan arbeidsmiddelen moeten voldoen. Het meest expliciet is de Machinerichtlijn, zie hiervoor onder meer in bijlage 1 de art. 4.1.2.5 en 4.1.2.6. Volgens dezelfde Machinerichtlijn in bijlage 1, art. 4.1.3 moet de fabrikant beproevingen laten uitvoeren. Hij moet na goedkeuring ook een fabrikantenverklaring afgeven en een CE-markering aanbrengen. EKH raadt dus aan een veiliger oplossing voor dit hijsprobleem te kiezen!

Een materiaalbak valt onder de categorie hijsgereedschappen. Daarom moet deze voldoen aan de minimale eisen van de Machinerichtlijn. Hieronder valt een eenmalige beproeving bij nieuwlevering en een CE-markering, die aangeeft dat het hijsgereedschap aan de Europese wet- en regelgeving voldoet. Na levering moet de bak jaarlijks worden geïnspecteerd door een deskundige.

Hijs- en bouwbedrijven kiezen er vaak voor om dit soort hefgereedschappen onder transporthouders te schuiven. Dit voorkomt, met name in de bouw, de nodige inspectiekosten en gedoe. In dat geval worden deze middelen gezien als arbeidsmiddelen.

 

Het is een kwestie van produceren volgens Machinerichtlijn (en bij voorkeur geharmoniseerde EN-normen). Keuring en beproeving door een EKH-bedrijf is aan te raden i.v.m. de afgifte van een EKH-certificaat. Denk aan het aanbrengen van een CE-markering en afgeven van een goede gebruiksaanwijzing met opbouwinstructies!

Hijsbanden en rondstroppen moeten aan de NEN-EN 1492-1 en NEN-EN 1492-2 voldoen. Het is verplicht om hijsbanden en rondstroppen te voorzien van een label. De kleur van het label staat voor het materiaal van de vezels die zijn gebruikt. 

  • Een groen label staat voor Polyamide; 
  • Een blauw label voor Polyester; 
  • Een bruin label voor Polypropyleen. 

Bovendien hebben hijsbanden zelf ook een kleur. Die staat voor de het tonnage dat ze kunnen tillen (de WLL). 

  • Paars staat voor 1 ton; 
  • Groen voor 2 ton;
  • Geel voor 3 ton;
  • Grijs voor 4 ton;
  • Rood voor 5 ton;
  • Bruin voor 6 ton; 
  • Blauw voor 8 ton;
  • En oranje voor 10 ton en hoger. 

Sommige fabrikanten geven d.m.v. zwarte draden die in de lengte van een hijsband worden meegeweven de WLL extra aan. Ter verduidelijking: één lijn staat voor één ton, twee lijnen voor twee ton, enzovoorts.

Als fabrikant moet u binnen de EU inderdaad het hijsgereedschap laten beproeven en beoordelen (tekening en berekening) door een deskundig EKH-bedrijf. Als het gereedschap in orde is krijgt u een EKH-certificaat, dat tevens een fabrikantenverklaring (model 2 A, volgens de EG Machinerichtlijn) is. U moet zelf op het gereedschap daarna een CE-markering aanbrengen. Deze procedure is voor de meeste landen buiten de EU ook voldoende, alleen in de USA willen ze nog wel eens extra eisen hebben.

 

 

Toelichting: Wij zijn een in Nederland gevestigd aannemingsbedrijf dat op regelmatige basis werkzaamheden uitvoert in België. Wij gebruiken daar hijsmiddelen die in Nederland zijn gekeurd. In België moeten hijsmiddelen 3-maandelijks worden gekeurd door een zg. Externe Dienst voor Technische Controles (EDTC). Nu zegt de wet in België (mogelijk is dat ook Europese wetgeving) dat wanneer een in Nederland gekeurd hijsmiddel in België wordt gebruikt, de Nederlandse keuring in België gedurende 3 maanden geldig is, mits het hijsmiddel ook in Nederland door een EDTC- of gelijkwaardige instantie- is gekeurd. Onze hijsmiddelen worden gekeurd door een EKH-keurbedrijf en zijn voorzien van EKH-certificaten. Daarom aan u de vraag in hoeverre de keuringen die onder uw keurmerk worden uitgevoerd gelijk gesteld kunnen worden aan de keuring door een EDTC.

Antwoord EKH: Inderdaad mogen de EKH gekeurde hijsgereedschappen in België worden gebruikt. De termijn van 3 maanden is bekend en is een nationale (Belgische wettelijke) eis, vastgelegd in een Koninklijk Besluit. Daarin zijn tevens de EDTC’s vastgelegd die dit mogen uitvoeren. De hijsgereedschappen moeten in België dus na 3 maanden opnieuw worden gekeurd. Overigens is dat in België slechts een visuele beoordeling.

 

Er zijn geen eenduidige eisen voor eindstoppen op monorailbalken. Wel dat ze effectief moeten zijn (Machinerichtlijn), hetgeen inhoudt dat ze geschikt moeten zijn om de door motorische- of menskracht aangedreven loopkat op veilige wijze te stoppen. Fabrikanten van loopkatten geven vaak specifieke voorschriften voor de eindstoppen. 

Aan een hijsjuk zijn de nodige eisen verbonden voordat deze in gebruik mag worden genomen. Zo moet de proeflast tijdens de beproeving 150% van de WLL zijn volgens de NEN-EN 13155. Ook moet een fabrikantenverklaring (model IIA) afgegeven worden en gebruiksinstructies aangeleverd te worden. 

De noodstop is bedoeld om op elk willekeurig moment alle bewegingsrichtingen van een machine uit te schakelen. Alle machines moeten daarom voorzien zijn van een bedieningssysteem, waarmee het op veilige wijze volledig stopgezet kan worden. Ook moet elke werkplek voorzien zijn van een bedieningssysteem, waarbij de gehele machine of een deel daarvan, kan worden stilgelegd. 

Een noodstop mag nooit vanaf een andere plaats ongedaan gemaakt kunnen worden. Ook is het van belang om ALTIJD voor het gebruik van de machine de correcte werking te controleren.

Belangrijk: zorg ervoor dat u weet waar zich de voedingsschakelaar van de machine bevindt. In het uiterste geval kan de machine spanningsloos gemaakt worden. De stopopdracht moet altijd voorrang hebben op startopdrachten. Wanneer de machine of de gevaarlijke onderdelen ervan tot stilstand zijn gekomen, moet de energievoorziening van de betrokken aandrijfmechanismen onderbroken zijn.

Wanneer een machine beschikt over meerdere bedieningsplaatsen en de bedieningselementen niet binnen handbereik zijn, dan dient een machine te beschikken over een noodstop. Ook is een noodstop verplicht als een machine niet geheel te overzien is.

Zie bijlage Richtlijn Arbeidsmiddelen art.2.3. 

Er bestaat nog wel eens het misverstand dat een CE-markering een keurmerk is voor machines. Dit is niet het geval! Deze markering houdt in dat het product voldoet aan de Europese richtlijnen (voor veiligheid gezondheid en milieu). In sommige gevallen zijn keuringen echter verplicht, zoals bij hijs-en hefmiddelen die door aangemelde instanties moeten worden gekeurd en in bepaalde gevallen bij machines die onder bijlage IV van de machinerichtlijn vallen. 

Heeft u verder nog vragen over de wettelijke eisen met betrekking tot het gebruik van een noodstop of over de CE-markering? Neem dan contact op met EKH! Neem telefonisch contact met ons op door te bellen naar 030 - 605 33 44 of via het contactformulier.

Hier wordt materiaal (al of niet verontreinigd met asbest), samen met personen verticaal getransporteerd. Het in en uitstappen uit een normale werkbak en het ont-/beladen ervan is verboden op hoogte. Voor dit soort werk moet een aparte vergunning (met RI&E) worden aangevraagd bij ISZW. De technische keuring van zo’n bak in gelijk aan een werkbak. Dus voor wat betreft de uitvoering en de eisen. De technische eisen kunnen (moeten) zijn aangepast aan het gebruik, dus inzage in de RI&E is hier noodzakelijk omdat hierin extra veiligheidseisen kunnen zijn voorgeschreven. Bijv. extra beveiliging afsluiting klap en sjor mogelijkheden van de lading etc. Is inzage van RI&E niet mogelijk dan moet bij uitvoering van de keuring worden beoordeeld of alle bij dit specifieke gebruik optredende gevaren effectief zijn voorkomen.

Er bestaat nog wel eens het misverstand dat een CE-markering een keurmerk is voor machines. Dit is niet het geval! Deze markering houdt in dat het product voldoet aan de Europese richtlijnen (over veiligheid gezondheid en milieu) en dat de machines zonder verdere keuring verkocht mogen worden. 

In sommige gevallen zijn keuringen echter verplicht, zoals bij hijs-en hefmiddelen die door aangemelde instanties moeten worden gekeurd en bij machines die onder bijlage IV van de EG Machinerichtlijn vallen. 

Heeft u verder nog vragen over de wettelijke eisen met betrekking tot het gebruik van een noodstop of over CE-markering? Neem dan contact op met EKH! Neem telefonisch contact met ons op door te bellen naar 030 - 605 33 44 of via het contactformulier.

Als een palletwagen geen merkplaatje draagt, is deze automatisch verdacht omdat de gegevens hierop verwijzen naar de fabrikanten of de typekeuring. Als de betreffende wagens in goede staat zijn en door EKH gekeurd zijn, kan een merkplaatje met ontbrekende gegevens aangebracht worden. 

Een palletwagen valt onder een hef- en transportmiddel en moet voldoen aan de EG Machinerichtlijn. Als een machine niet voldoet aan deze richtlijnen, dan mag deze niet in gebruik worden genomen. De volgende eisen worden gesteld aan een palletwagen:

Op de merk-/typeplaat:

  • De maximale bedrijfslast (ook wel Working Load LIMIT of WLL genoemd) moet op de machine vermeld staan;
  • De firmanaam van de fabrikant moet vermeld staan;
  • De CE-markering, die aangeeft dat een product voldoet aan de Europese regels, moet vermeld staan;
  • Het bouwjaar en de type/serieaanduiding moeten vermeld staan.

T.a.v. de palletwagen:

  • Er is een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing aanwezig;.
  • Onderdelen van de palletwagen die duidelijke schade vertonen, mogen niet worden gebruikt.

De volledige lijst aan eisen voor verschillende soorten palletwagens en andere hef- en transportmiddelen zijn te vinden in bijlage 1 van de EG-Machinerichtlijn, artikel 1.7.3, 4.3.3 en 4.4.2. 

De nieuwe machine zal voor ingebruikname (ook al is dat eigen gebruik) moeten worden beproefd en beoordeeld op veilige werking. Dit kan door een EKH kraankeuring uit te laten voeren. Voldoet de verbouwde kraan niet aan de minimale eisen gesteld in de EG-Machinerichtlijn  tijdens de EKH keuring dan is dat minimaal risicoklasse 2. 

Wordt de hijskraan goedgekeurd, dan dient deze vervolgens minimaal elk jaar te worden gekeurd.